In 2014 belandden in Nederland 783 jongeren met een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis. Dat zijn er 50 meer dan in 2013, toen er sprake was van een stabilisatie. In 2012 was zelfs sprake van een bescheiden daling (706). De toename zit vooral in de groep 13 en 14 jarigen. Zij blijken nog steeds makkelijk aan alcohol te kunnen komen. Het aandeel van 16 en 17 jarigen daalde in 2014, zo blijkt uit onderzoek van het Nederlands Signaleringscentrum voor Kindergeneeskunde (NCK) naar alcoholmisbruik onder jongeren.
Kinderarts Nico van der Lely: “13 en 14 jarigen krijgen de alcohol meestal via ‘derden’, bijvoorbeeld in het park of op feestjes. Deze kinderen zitten midden in puberteit, weten dat alcohol niet goed voor ze is, maar doen het toch. Dat is de zogenaamde ‘puber paradox’.” Volgens Van der Lely zal de aanpak daarom gericht moeten zijn op het terugdringen van de beschikbaarheid van alcohol in directe omgeving van deze kinderen.
Meer meisjes
Voor het eerst zijn meer meisjes dan jongens met een alcoholvergiftiging opgenomen. Vorig jaar waren de jongens nog in de meerderheid (53%). In 2014 was het gemiddelde bloedalcoholgehalte bij de opgenomen jongeren 1,96 promille. Dat komt bij deze leeftijdsgroep overeen met het drinken van naar schatting 6 tot 10 glazen alcohol. De hoogst gemeten alcoholconcentratie was 3,5 promille.
Lange adem
Van der Lely zegt dat het terugdringen van alcoholmisbruik onder jongeren een zaak van lange adem is. “De wet is weliswaar veranderd, maar de sociale norm niet.” Toch ziet hij nu al een positief effect op de houding van ouders. Hij vermoedt dat de getallen voor 16 en 17 jarigen hierdoor zijn verbeterd. “Het is belangrijk dat ouders, scholen, sportclubs en andere partijen de krachten bundelen en best practices gebruiken. We zien dat in regio’s waar deze partijen actief samenwerken dit echt effect heeft.”